Schoolrijp? Interview met Marc Litière

“Yasmina is intelligent. Ze kan al tellen tot 100. Dat eerste leerjaar zal geen probleem zijn.” “Nu mag Otto nog spelen, maar volgend jaar zal het werken en stilzitten zijn.” “Ik koop voor Bente oefenboekjes, dan zal hij het volgend jaar wel kunnen.” Drie ouders over de overgang van derde kleuterklas naar eerste leerjaar. Zitten ze op het juiste spoor? Specialist Marc Litière geeft uitleg.

 

Meer dan lezen, schrijven en rekenen
Wat moet een kind kunnen om naar het eerste leerjaar te kunnen? Marc Litière: “Schoolrijpheid is meer dan alleen lezen, tellen en schrijven. Wat je kind met zijn lichaam kan, zijn motorische ontwikkeling, mag je niet uit het oog verliezen. En ook hoe het zich voelt, het emotionele, mag je niet vergeten. Klaar zijn voor het eerste leerjaar draait om kennen, kunnen, voelen én willen.” Vroeger moest je met je rechterarm over je hoofd aan je linkeroor kunnen. Dan was je ‘schoolrijp’. Bestaan er nu nog zulke trucjes? “Nee, die truc is achterhaald. Dat zou te eenvoudig zijn. Tussen 5 en 7 zou je kind moeten leren fietsen en zwemmen. Je kind zou moeten kunnen tekenen, huppelen, bouwen, puzzelen, rijmen… En het moet vooral zelf zeggen en laten voelen dat hij er klaar voor is.”



Het is een groeiproces

“Schoolrijp worden of ‘klaar zijn voor het eerste leerjaar’ is een proces. Dat wil zeggen dat je kind er geleidelijk naartoe groeit. Je kan je kind dus niet eventjes schoolrijp ‘maken’. En niet elk kind is op hetzelfde moment schoolrijp”, zegt Marc Litière. Nochtans starten ze wel allemaal op 1 september van het jaar waarin ze zes worden. Of ze nu al 6 jaar en 8 maanden zijn of nog zes moeten worden. “Een kind moet niet aan alle voorwaarden voldoen, net omdat het groeit in die dingen, maar als er verschillende dingen nog niet lukken, dan wordt het eerste leerjaar wel een pak moeilijker of soms zelfs een onmogelijke opgave.”



Veel meer spelers dan alleen het kind!
Of een kind schoolrijp is of niet, hangt niet alleen van het kind af. “Ook de ouders, de omgeving, de school werken eraan mee. En ook de maatschappij heeft zijn rol, want die zegt wat de normen zijn”, benadrukt Marc Litière. Een kind dat thuis weinig gestimuleerd wordt of er geen duidelijke structuur en leiding krijgt, kan mogelijk schoolrijpheidsproblemen hebben. Maar dat kan ook als het zich bijvoorbeeld in de klas niet veilig voelt.



Het gaat niet vanzelf.
Schoolrijpheid. Een slecht gekozen naam?. “‘Rijpheid’ klinkt alsof het allemaal vanzelf gaat. Dat is niet zo, maar je moet er ook niks speciaals voor doen. Er moet wel gepuzzeld, gespeeld worden. Je moet tijd maken voor je kind. Het gewone is niet meer zo gewoon: gewoon spelen met je kind begint buitengewoon te worden. Je moet je kind deelgenoot maken van die gewone dingen: samen koken, tafel dekken… Schoolrijpheid is een beetje de kers op de taart die de juf van de derde kleuterklas legt. Voor de taart zorgen de ouders zelf.”



Stimuleer je kind.
Hoe doe je dat precies? Marc Litière: “Door een kind de hele dag op een positieve manier te ‘ambeteren’. Daarmee bedoel ik je kind stimuleren, het hem niet te makkelijk maken. ‘Waar zijn mijn kousen?’ Zoek ze niet in zijn plaats, laat je kind ze zelf zoeken. Laat hem zelf zijn turnzak maken, laat hem mee koken en vertel stap voor stap wat je doet. Dat kost niet meer moeite. Daag hem uit met vragen. Wil hij een koekje? Dan kan je er zelf eentje pakken en het in zijn handen stoppen. Maar je kan ook antwoorden met wedervragen: ‘Hoe zou je zelf bij dat koekje kunnen komen?’ Dan ben je zinvoller bezig.”



Oefenen op papier is de laatste stap.
Sommige ouders maken met hun kind oefenblaadjes. Ze kopen boekjes en laten kinderen oefenen: krullen tekenen, verschillen zoeken, optelsommetjes maken … Is dat nodig? “Dat kunnen (en oefenen) is maar een klein onderdeel van schoolrijpheid. Wat je kind op papier kan, is de laatste stap. Voor het dat kan, moet het al veel geoefend hebben in gewone situaties, dus zonder pen en papier. Echt ‘trainen’ met je kind moet je zeker niet doen. Wat wel kan, is bijvoorbeeld een rijmspelletje in de auto: wat rijmt op ‘schoen’? Dan is de kans groot dat je kind ook de rijmwoorden op papier kan verbinden. Of zoek nummerplaten met de letters van zijn naam erin.”



Maak je kind niet bang.
De grote school. Dat is stilzitten, werken, zwijgen. Sommige ouders maken hun kind bang met zulke opmerkingen. Marc Litière: “Veel kleuters horen inderdaad alleen: ‘Nu is’t gedaan met spelen.’ Zeg liever: ‘Nee, je mag daar nog spelen en je zal daar vanalles leren en ja, je mag daar ook fouten maken.’ Dat laatste benadrukken is erg belangrijk.” Nog een tip: “De school uit de weg gaan, niet communiceren met de school: niet doen.”



Het belang van schoolrijpheidstesten.

Kinderen in derde kleuterklas maken in februari TOETER- of KONTRABAS-testen. De school test zo de schoolrijpheid. “Die testen worden echt op een ‘piëdestal’ gezet”, nuanceert Marc Litière. “Wat mij betreft komen die pas op de vierde plaats. Op één staat het kind zelf: wil dat naar het eerste leerjaar? Vraagt het naar letters, wil het leren schrijven? Tweede factor zijn de ouders: Hoe voelen zij zich hierbij? Merken ze op dat hun kind speels is, niet graag naar school gaat? Drie is voor de juf: Wat zegt haar buikgevoel? Zij volgt je kind al enkele maanden. Vaak weet ze goed waarin je kind sterk is, wat het graag doet… De schoolrijpheidsproef is dan alleen een bevestiging of net niet.”



En als het niet klaar is voor het eerste leerjaar?
“Er zijn dan verschillende mogelijkheden. Je kan je kind toch naar het eerste leerjaar laten gaan als je samen goed de risico’s hebt ingeschat. Met bepaalde extra zorg en de nodige therapie op school en buitenschools. Het is geen ideaal traject. Je kind kan ook nog een jaar doorkleuteren. Dat is een goede oplossing voor kinderen die er algemeen en fysiek nog niet aan toe zijn. Deze oplossing is echter niet aan te raden voor kinderen die motorisch zeer zwak zijn, maar al wel geïnteresseerd zijn in lettertjes. Zij doen dan immers hun derde kleuterklas over, maar kunnen er in feite hun probleem nog een jaar ontwijken. Overdoen is vaak meer van hetzelfde. Voor deze kinderen is een brugklas of speelleerklas de ideale optie: het kind wordt er aangepakt op wat hij nog niet kan en uitgedaagd voor wat hij al wel kan. Een speelleerklas heeft als nadeel dat je uit je school weggetrokken wordt omdat het bij het buitengewoon onderwijs hoort. Eigenlijk zou er in elke school zo een brugklas moeten zijn.”

 

(bron: www.klasse.be)