Plan voor moeilijke lezers

Voorlezen kan bij moeilijke lezers de zin in een spannend boek aanwakkeren. Dit plan vermijdt dat lezen in een dagelijkse strijd ontaardt. Voorlezen is een makkie! Met deze geestige bladwijzers tover je het laatste halfuurtje van de dag om tot een extra gezellig "samenmoment"!

 

 

Moeilijke lezer? 10 tips om thuis te oefenen


"Elke dag een kwartiertje lezen" zegt de juf. Dat is goedbedoeld en voor veel kinderen geen enkel probleem. Maar wat als je kind niet graag leest, of niet goed kan lezen door bijvoorbeeld dyslexie? Dan ontaardt dat leeskwartier soms in een dagelijkse strijd. "Als ik hem begin te pushen, loopt het helemaal fout", zegt mama Katia. "Moet ik hem echt elke vier seconden op een fout wijzen?"

'Lezen' draait in het begin vooral om snel en juist lezen. Het is de taak van de leraar om dat, vanuit zijn opleiding en professionaliteit, aan kinderen te leren. Een ouder mag niet de rol van tweede leraar krijgen, vindt Luk Van Den Steen, lector in de leraren opleiding. Het technisch lezen is de taak van de leraren. Ouders mogen de andere kant van het boek laten zien: het griezelige, de reis in de tijd, of het geheim van snot. En dat gaat niet als je elke fout verbetert of de hele tijd op het leestempo let.” Hij geeft 10 tips aan ouders van moeilijke lezers.

1. Laat je kind het boek kiezen. Een verhaal, een informatief boek? Alles is goed. Ga naar de bieb, dat is gratis voor kinderen. Moeilijke lezers zullen vaak voor informatieve boeken gaan, eerder dan voor verhalen. Zo mikken ze op leesnut in plaats van op leesplezier. “Want die doorlopende tekst zal toch te moeilijk zijn”, denken ze, “en in een informatief boek staan vaak meer foto's, prenten en korte tekstblokken.”

2. Geef het lezen in handen van je kind: hij bepaalt hoe lang jullie lezen, waar het gebeurt. Maak er vooraf wel afspraken over. “Vijf minuten vandaag? Ok.” Zet eventueel een keukenwekker of trek een dunne potloodlijn op het einde van de tekst: hier stoppen we.

3 Kiest je kind een boek dat te moeilijk is voor zijn leesniveau. Lees dan een stukje tekst traag voor, laat je kind meelezen (dat is meevolgen met de tekst) en nadien zelf luidop lezen.

4 Maak eventueel een kopie van het boek: zo kunnen jullie gezellig onderuit zakken zonder steeds opnieuw over elkaar te leunen om te kunnen meelezen.

5 Samen lezen is niet hetzelfde als meelezen of voorlezen. Jij leest hardop, je kind volgt jouw ritme ook hardop. Pas je tempo aan (eerder traag dan snel, zodat je kind kan volgen), lees niet te expressief zodat je de woorden voor zich laat spreken.

6 Leest je kind fouten? Verbeter alleen als de betekenis van de zin de mist ingaat. Er staat: “De kat springt uit de boom” en je kind leest: “De poes…”? Dat is geen enkele probleem. Door te verbeteren haal je het leestempo omlaag. Zo is het moeilijker voor je kind om de tekst te begrijpen.

7 Leest je kind erg traag? Lees om beurt een zin, fluister de beginletters mee of de moeilijke woorden, zeg bij een hapering gewoon wat er staat. Wederom: een redelijk leestempo is belangrijk om te weten wat je leest en om er plezier in te hebben.

8 Audioboeken zijn voorgelezen boeken. Harry Potter, De Heksen van Roald Dahl of de nieuwste Carry Slee? Het kan gewoon op een cd-speler of MP3. Cool boek! Ook voor op reis en ook te vinden in de bieb.

9 Alles wat steunt, is ok. Leest je kind van 11 nog met de vinger of met een leeslatje? Zolang het zo beter leest, mag hij dat hulpmiddel gebruiken.

10 Er bestaan speciale boekjes voor moeilijke lezers. De reeks ‘Zoeklicht’ is er zo een. Elke zin begint op een nieuwe regel, de plaats tussen de regels is groter dan in een gewoon boek, het lettertype duidelijk leesbaar en wat groter. Vraag ernaar in de bieb.

 

 

(bron: http://www.klasse.be/)