Wij trachten in onze school een zorgzaam klimaat te creëren.

Een kind met specifieke leer- en/of ontwikkelingsproblemen goed opvangen in een gewone basisschool is slechts mogelijk indien deze opvang gedragen wordt door een collectief zorgbeleid, waar iedere deelnemer in het onderwijsgebeuren op school achter staat.

 

Een goed zorgbeleid steunt ons inziens op de volgende peilers:


A. Zorginitiatieven op niveau van de school:

a. preventieve en structurele componenten.

Onze school probeert ervoor te zorgen dat alle leerlingen zich goed voelen in de school en in de klas.


b. persoonsgerichte, meer curatieve componenten.

Hoe gaat onze school leerlingen met problemen opvangen en begeleiden, zodat ze zich weer goed gaan voelen in de klas?

Hierbij is het zeer belangrijk dat pedagogisch-didactische knelpunten bespreekbaar gemaakt worden en dat er gestreefd wordt naar een gelijkgerichte aanpak binnen onze school. Complementair aan dit intern overleg is de organisatie van de samenwerking met externen (CLB, logopediste,…). Zeer belangrijk hierbij is het stimuleren van de ouderbetrokkenheid.

B. Zorginitiatieven op niveau van de leerkracht:

Tijdens overlegmomenten, MDO's of klassenraden kan er samen naar een antwoord gezocht worden voor vragen en het oplossen van diverse problemen. De gelijkwaardige deskundige inbreng is zeer belangrijk om een goede relatie tussen de klasleraar en de zorgcoördinatie op te bouwen.

C. Zorginitiatieven op niveau van de leerlingen:

Complementair aan de coaching van de leraar en de coördinatie van de zorg wordt ervoor gezorgd dat de leerlingen de extra ondersteuning krijgen die ze nodig hebben. De begeleidingen kunnen individueel of in groep gebeuren en vinden zo snel mogelijk plaats. Daar waar de begeleiding in de klas niet volstaat, kan het kind individueel begeleid worden, ook buiten de klascontext, m.a.w. wanneer het probleem de draagkracht van de klastitularis overstijgt, kan zorg via enkele gerichte interventies tijdelijk worden overgenomen buiten de klascontext.


Oordeel niet op gedrag alleen:
Je mag er van uitgaan dat elke gedraging van elk kind mede een uiting is van onderliggende gevoelens die ons als volwassene niet onmiddellijk bekend zijn. Die gevoelens kunnen sterk bepaald worden door een probleem dat inherent is aan de ontwikkelingsstoornis (bv. autisme) of de leerstoornis (bv. dyslexie) van het kind of door een probleem dat het kind zodanig raakt dat het dit ook niet kan of misschien niet mag naar buiten brengen (bv. een pijnlijke gebeurtenis in de familie). Kinderen zijn minder vaardig om hun gevoelens verbaal te uiten. Als volwassene kan je actief luisteren en op die manier inzicht krijgen in de echte beweegreden achter het gedrag. Dit neemt niet weg dat sommige kinderen inderdaad veel sneller onbeheerst gedrag vertonen dan andere kinderen. Voor deze kinderen is een consequente, doordachte en omlijnde aanpak één van de eerste gronden tot het welslagen van een gedragswijziging.

Maak verschillen bespreekbaar: 
In een zorgzame school moet het mogelijk zijn om over leerstoornissen, eigenaardig gedrag, onevenwichtige ontwikkeling te spreken. We weten dat dit soms heel moeilijk ligt, nu eens voor de ouders, dan weer voor het kind of ook voor de leerkracht zelf. In elk geval voorkomt men alvast een aantal misverstanden en hoeft het kind geen uitweg te zoeken in negatief compenserend gedrag (bv. liegen om zich te rechtvaardigen, de clown spelen om de aandacht af te leiden, ….). Integendeel, het kind zal ervaren dat het niet minderwaardig is maar "anderswaardig", het zal zoeken naar positief compenserend gedrag en geneigd zijn om aan zijn probleem te werken in plaats van het te camoufleren. In deze sfeer stimuleert men het kind om zichzelf te helpen daar het zijn probleem ook kenbaar kan maken aan een leerkracht of begeleider die er niet van op de hoogte is. Uiteraard vraagt dit overleg en voldoende kennis over het specifieke probleem en zal men de informatie aanpassen aan het niveau van bv. de klasgenootjes. Betrek er zeker de CLB-medewerker bij en ga te rade bij diegenen die het specifieke probleem grondig kennen, nl. de ouderverenigingen en gespecialiseerde onderzoekscentra. Inkleding in bepaalde themalessen, over "talenten", over "omgaan met verschillen", kan een dankbare methode zijn. Soms brengt het kind in kwestie zelf in een korte spreekbeurt zijn probleem ter sprake.

Betracht realisme, openheid en eerlijkheid:
Elk kind bevindt zich ergens op het continuüm van ontwikkeling en sociale integratie. Dit moeten we blijven respecteren. Daarnaast is het wel nodig regelmatig te evalueren, zonder daarom te discrimineren of te stigmatiseren. Dit evalueren, samen met de ouders, is van groot belang om na te gaan of de sociale, pedagogische of didactische behoefte van het kind nog door de school kan ingevuld worden. Wij denken dat eerlijkheid hier meer op zijn plaats is dan een belofte te doen die achteraf niet volledig realiseerbaar is. Dit is niet eenvoudig, want ook ouders schatten de mogelijkheden van hun kind niet altijd realistisch in. Regelmatig overleg in openheid en eerlijkheid helpt ook ouders hun verwachtingen bij te sturen.