"Van oma mag dat wél!"

 

Eén kind op drie wordt voor of na school wel eens door de grootouders opgevangen. Slechts één gezin op zes met kinderen onder de twaalf jaar krijgt nooit hulp van de grootouders. Wat verwacht jij van oma en opa? (“Oma zal de kinderen wel opvangen als ze ziek zijn”) en wat verwachten zij van jou? (“Ze zouden af en toe eens naar onze goede raad moeten luisteren). Hoe houd jij de band tussen generaties vast? Ondanks een scheiding, een drukke agenda of…

 

 

1. Kinderen ‘drop’ je niet zomaar bij de grootouders.
Grootouders passen graag op hun kleinkinderen, en veel. Maar grootouders zijn niet van elastiek. Ze kunnen best nog heel wat, maar zijn ook sneller moe. En jouw kinderen zijn misschien niet hun enige kleinkinderen. Ga samen na wat haalbaar is. Vaak voelen grootouders zich schuldig als ze ‘nee’ moeten zeggen. Laat hen weten dat je wel een alternatief vindt als het niet lukt.

2. Maak vooraf afspraken
Goede en duidelijk afspraken voorkomen heel wat misverstanden. Ga er niet van uit dat opa en oma sowieso de kinderen zullen opvangen en alle extra taken er ook bijnemen. Als je door een noodgeval toch zonder afspraken de kinderen naar oma en opa moet brengen, schuif dan ook niet alle extra zorgtaken door. Zorg er bijvoorbeeld voor dat de kinderen al gegeten hebben, gewassen zijn…

3. Spreek vaste dagen af
Om het evenwicht tussen de verschillende grootouders te bewaren spreek je best een vaste dag af. Op woensdag komen jouw ouders, op vrijdagavond gaan ze naar de ouders van je partner… Als grootouders het gevoel hebben dat de andere grootouders de kinderen meer zien, kan dat wrevel veroorzaken.

4. Spreek basishuisregels af
Grootouders zijn vaak losser met regels.. Ze zijn minder angstig omdat ze al ervaring hebben. In het huis van oma en opa hebben zij het voor het zeggen. Je komt best niet elke keer tussen als de grootouders iets toelaten wat bij jou normaal gezien niet de gewoonte is. Dat is verwarrend voor de kinderen. Over basishuisregels kan je wel afspraken maken. Die zijn voor elke ouder anders: bv niet voor de tv eten, voor 20h00 naar bed…

5. Positief verwennen mag, bederven niet
Grootouders leggen hun kleinkinderen graag in de watten. Soms gaan ze daarin heel ver. Een gsm, een fiets of een playstation. Jij wil je kinderen zo opvoeden dat ze voor iets moeten sparen, en naar iets leren te verlangen. Maar… oma heeft die gsm al gekocht! Spreek voor verjaardagen of feestdagen af wie wat koopt. Vertel ook wat je liever niet in het pakje ziet zitten en waarom.

6. Stel je als ‘wij’ op
Spanningen met schoonouders, je voelt je alleen opboksen tegen een familie waar jij niet echt deel van bent? Zorg dat dat jij en je partner zich zij aan zij opstellen. Jullie zijn de ouders van het kind. Naar buiten, tegenover derden, houden jullie best dezelfde lijn aan. 

7. Wat bij scheiding?
Ex-grootouders bestaan niet. Kinderen willen gewoon blijven logeren en dezelfde leuke dingen doen die ze altijd al bij hun grootouders deden. Voor hen zijn grootouders een vertrouwenspersoon, een soort vaste waarde uit hun oude leven, een houvast. Je kinderen hebben de steun van hun grootouders nu hard nodig. En ook grootouders hebben het bij een scheiding vaak even moeilijk als de kleinkinderen. Geef iedereen de kans om aan het idee te wennen.

8. Wat bij nieuw-samengestelde gezinnen?
Ook na een soms indrukwekkende familie-uitbreiding hebben grootouders tijd nodig om de nieuwe situatie af te tasten. ‘Nieuwe’ grootouders vinden het prettig wanneer ze vriendelijk gevraagd worden of ze kunnen meehelpen. Maar ze vinden het erg moeilijk wanneer hun kinderen er zomaar vanuit gaan dat ze wel zullen inspringen.

Ook de kleinkinderen kunnen zich bij opgedrongen nieuwe grootouders heel ongemakkelijk voelen. Schep vanaf het begin duidelijkheid en praat over de nieuwe situatie. Zeg de kinderen dat de nieuwe grootouders niet hun nieuwe opa en oma zijn, maar wel de ouders van je nieuwe partner. Forceer niets en geef iedereen de tijd om elkaar te leren kennen.

9. Grootouders hebben omgangsrecht
Grootouders die na een scheiding de kinderen niet meer (mogen) zien, kunnen bij de jeugdrechtbank omgangsrecht afdwingen. Dat kan gaan om 1 dag per maand en wat langer (2-3 dagen) tijdens de schoolvakanties. In uitzonderlijke omstandigheden zal de rechter aan de grootouders omgangsrecht weigeren, bijvoorbeeld omdat ze de kinderen tegen een van de ouders proberen op te zetten.

(deze tips komen uit het boek ‘Helpen zorgen voor je kleinkinderen’ van Marijke Bisschops (Lannoo))