NLD (Non Verbal Learning Disorder)

 

Algemene situering

 

Bij NLD gaan leer- en gedragsproblemen samen. Kinderen met NLD bezitten in het algemeen een rijke woordenschat, een goed geheugen voor verbale informatie en soms een uitzonderlijk geheugen voor specifieke cijfergegevens als geschiedkundige data of cijferweetjes uit de biologie of aardrijkskunde. Het technisch lezen en spellen lukt behoorlijk. Opvallend zwakker zijn de rekenvaardigheden, vooral wanneer er een beroep wordt gedaan op integratie van talige en visueel-ruimtelijke aspecten. Zij lijken de visueel-ruimtelijke voorstelling niet te kunnen integreren. Ze hebben opvallende moeilijkheden met het integreren en toepassen van nieuwe rekentechnieken en rekeninzichten. Na verloop van tijd en voldoende oefenen lukken het hoofdrekenen en de cijfertechnieken vrij goed. Vraagstukken, visueel-ruimtelijke opdrachten in meetkunde en visuele opgaven geven onverwacht grote problemen. Kinderen met NLD hebben bovendien problemen met de motoriek en het handschrift. In de sociale omgang en het omgaan met emoties reageren zij op een opvallende, sterk verbale manier. In hun gedrag naar volwassenen zijn zij dikwijls gelijktijdig afhankelijk en eigengereid. De overdracht van wat in individuele sessies aangeleerd wordt, is dikwijls klein. Zij hebben vooral moeite met het flexibel omgaan met veranderende situaties. De rekenproblemen zijn hardnekkig en vooral op inzichtelijk vlak worden de tekorten steeds moeilijker te remediëren.

 

 

Wat valt extra op bij veel kinderen met NLD?

 

Geheugen

 

  • Opvallend goed auditief en repetitief geheugen.
  • Heel goed geheugen voor rijmpjes en liedjes.
  • Zwak motorisch geheugen.
  • Zwak geheugen voor visuele structuren, veel aandacht voor details zonder rekening tehouden met het geheel.
  • Zwak geheugen voor visuele symbolen. De koppeling symbool en woord lukt onvoldoende.

 

 

Taal en taalbegrip.

 

  • Uitgebreide woordenschat met veel 'volwassen’ woorden.
  • ‘Cocktail-speech’: eindeloos praten over allerlei onderwerpen.
  • Bij angst, veel praten en alles willen uitleggen.
  • Zwak begrip voor abstracte begrippen en voor tekstinformatie. 

(c) Deze tekst is auteursrechtelijk beschermd. Verspreiding binnen school of vereniging is enkel toegelaten binnen het kader van het project Eerste Hulp bij Leerstoornissen van VZW Die-’s-lekti-kus.

Titel: NLD - Niet verbale leerstoornissen herkennen en aanpakkenBron: Cooreman A. *Eureka* Onderwijs Diestsesteenweg 722 3010 Kessel-Lo

e-mail: eurekaonderwijs@advalvas.be

 

 

 

Jonge kinderen/oudere kinderen.

  • Aanvankelijke problemen met schrijfmotoriek, later goede tot uitstekende schrijfmotoriek.
  • Aanvankelijke problemen met hoofdrekenen, later goed tot uitstekend hoofdrekenen(geheugen), de technieken moeten onderhouden worden, het inzichtelijk rekenen blijft zwak.
  • Aanvankelijke problemen met lezen (vooral spellend), later goed tot uitstekend technisch lezen, begrijpend lezen blijft zwak, grote leeshonger voor verhalen.
  • Aanvankelijk problemen met spelling door geschrift, later goede tot uitstekende woordbeeldspelling (geheugen), zwakke regelspelling (werkwoorden, Frans) 

 

Motoriek.

  • Sprongsgewijze ontwikkeling met veel angst en weerstand voor nieuwe situaties.
  • Zwakke coördinatie

 

Denken.

  • Rigide, strak denken.
  • Weerstand tegen regels van anderen.
  • Rigide vasthouden aan eigen regels en trucjes.
  • Voorkeur voor technische, mechanische nabootsingen, problemen met flexibel denken. 
  • Interesse voor computers en voorspelbaarheid van computerprogramma’s.

 

Sociale interactie.

  • Vrij goede sociale contacten in bekende omgeving, angstig voor nieuwe situaties.. Vasthangen aan eigen patronen, weinig soepel.
  • Snel ruzie.
  • Heel gevoelig voor ‘eerlijkheid’.
  • Snel in conflicten met autoriteit (leerkracht).

 

Gevolgen voor het leren.

  • Moeite met integreren en toepassen van regelsLeerlingen met NLD houden van vaststaande, rigide regels. Zij maken zelf veel regels vooranderen, maar passen andermans regels niet graag toe.
  • In de spelling zien we dan ook een goede woordbeeldspelling (b.v. thematisch) maar eenzwakke regelspelling (b.v. werkwoordspelling). 
  • De spelling van het Frans stelt problemen in de onderdelen die op regels en spraakkunst steunen b.v. aanpassing participe passé na avoir en être. Enerzijds zien we dus meestal goede punten in dictee, maar zwakke punten op oefeningen die een specifieke toepassing van regels eisen. Zij leren hierbij slechts moeizaam uit hun fouten en blijven meestal hardnekkig dezelfde fouten herhalen.

 

Tips.

  • Maak gebruik van computerprogramma’s met directe feedback.
  • Gebruik regels met veel woorduitleg, visuele schema’s lukken veel minder goed.
  • Laat de regels luidop verwoorden tijdens het toepassen in een oefening.
  • Voorzie voldoende oefeningen met snelle feedback.

 

 

In de wiskundige toepassingen zien we een goede kennis van de rekenfeiten (hoofdrekenen), maar een zwakke tot slechte prestatie in de onderdelen waarin je regels toepast. Bijvoorbeeld rekentechnieken eind lager onderwijs, algebraïsch rekenen met veeltermen, vergelijkingen, …

 

Tips:

Dezelfde tips als bij spelling zijn van toepassing.

 

Op het sociaal vlak hebben zich te houden aan spelregels op de speelplaats. Er zijn heel wat conflicten met andere kinderen over de ‘oneerlijkheid’ van het spel. Zij willen vooral zelf de regels bepalen. De weinig expliciete manier waarop kinderen spelregels afspreken en veranderen is voor kinderen met NLD verwarrend en te weinig voorspelbaar.

 

Tips.

  • Observeer de conflicten en bevraag de impliciete of ongeschreven regels.
  • Bespreek de regels met het kind met NLD.
  • Speel de rol van de andere kinderen om de kinderen met NLD te stimuleren tot empathie.
  • Gebruik handpoppen om de verschillende rollen duidelijk te maken.

 

In het gezin kunnen kinderen met NLD zich heel eisend opstellen: als zij iets willen, moet het op hun manier. De reactie van het kind op wijzigingen en veranderingen kan hevig zijn: angst, huilbuien, woedeuitbarsting, extreem lang mokken… Deze reacties van de kinderen lokken bij de ouders ‘aanpassing’ uit. Om moeilijkheden te vermijden, leren de ouders (te) veel rekening houden met hoe het kind het wil. De rigiditeit kan hierdoor toenemen.

 

Tips.

  • Bespreek wijzigingen tijdig.
  • Stimuleer het kind tot flexibiliteit, breng genoeg veranderingen en variaties in het dagelijksleven.
  • Verminder de angst door op voorhand veel uitleg te geven.
  • Relativeer de emotionele uitbarsting van het kind, reageer kort en weinig emotioneel op het moment, bespreek uitgebreid later.
  • Ga niet in discussie over grenzen, houd uw eigen grenzen.

 

 

Problemen met abstractie en categoriseren

Categoriseren veronderstelt dat je beslist wat bij elkaar hoort door gelijkenissen en verschillen te onderzoeken. Voorbeeld: Potlood en gom horen samen in de pennenzak, net zoals pen en inktwisser; nochtans kan je ook beslissen dat pen en potlood samen horen, omdat ze allebei schrijven. Iets hoort thuis in een bepaalde categorie, omdat je beslist hoe je op dat ogenblik ordent. Categoriseren is een vorm van abstract denken, waarbij je de details loslaat voor een groter geheel. Kinderen met NLD hebben grote moeite met het wisselend standpunt en de flexibiliteit die deze vorm van denken vereist.

 

In de taalvakken stellen spraakkunst en spraakkundige woordenschat een groot probleem. Dat het woord ‘zijn’ zowel een koppelwerkwoord, als een hulpwerkwoord en een bezittelijk voornaamwoord kan voorstellen, vraagt een flexibel denkpatroon. Je antwoord varieert volgens de context, in dit geval de zin. Wij zijn vertrokken. (hulpwerkwoord) Wij zijn weg. (koppelwerkwoord) Wij zien zijn hond. (bezittelijk voornaamwoord)

 

Tips.

  • Breng begrip op voor de moeilijkheden met categoriseren.
  • Oefen vroegtijdig en in spelvorm woorden te ordenen volgens een afgesproken criterium,wijzig de regels voor het ordenen.

 

Begrijpend lezen lukt als de antwoorden letterlijk in de tekst te vinden zijn. Deze kinderen hebben een goed woord- en zinsgeheugen. Wanneer de vragen betrekking hebben op emoties, figuurlijke taal en het interpreteren, begrijpen kinderen met NLD de vraag niet. Zij zien de impliciete inhoud niet. 

 

Tips.

  • Start vroegtijdig met begrijpend lezen, los de vragen samen op en maak een onderscheidtussen letterlijke antwoorden (staan zo in de tekst) en antwoorden waarbij je vindingrijk iets nieuw bedenkt.
  • Leer het onderscheid aan tussen letterlijke taal (ik zit in de put: ik heb me verstopt) en figuurlijke taal (ik zit in de put: ik zie het niet meer zitten).

 

In wiskunde zien we vooral een probleem in vraagstukken. Kinderen met NLD herkennen het algemene patroon niet en zien elk vraagstuk afzonderlijk met veel oog voor details. Modelvraagstukken zijn voor hen geen model, vermits elk vraagstuk andere details bevat. De ongeschreven, impliciete structuur herkennen zij niet. Op gebied van orde en structuur kunnen kinderen met NLD de grootste moeite hebben om hun schoolmateriaal en nota’s zinvol te ordenen. De chaos is niet altijd zichtbaar maar zij slagen er zelf niet in overzicht te houden over het geheel. Zij kunnen moeite hebben met tijdsplanning (op tijd beginnen aan een taak), met onderverdelingen (Hoort dit bij spelling of spraakkunst?), met de ordening in kasten (kledij, schoolmateriaal). 

 

Tips.

  • Gebruik eenvoudige manieren om te ordenen b.v. kleuren en woordetiketten.
  • Laat het kind ordenen (kledij, schoolmateriaal, …) en vraag telkens waarom spullen bij elkaar horen.
  • Leer een elektronische agenda hanteren.
  • Leg het belang van orde uit en blijf positief maar duidelijk orde ondersteunen.

 

Visueel-ruimtelijke problemen en coördinatieproblemen.

De coördinatieproblemen kunnen ervoor zorgen dat leerlingen met NLD niet leesbaar leren schrijven. Vroegtijdige psychomotoriek en schrijfmotoriek kunnen positief effect hebben. Als de leerlingen ouder zijn, is het gebruik van een laptop aangewezen. Het visueel-ruimtelijke aspect van cijfers en letters kan in de startfase van spelling en rekenen veel problemen geven.

 

Tips.

  • Oefen dictee op computer, ook bij jonge kinderen.
  • Zoek gespecialiseerde hulp.
  • Geef aandacht aan de vaardigheden die sociale integratie bevorderen. Bijvoorbeeld: bal
  • kunnen vangen.

 

In leervakken als aardrijkskunde, biologie, natuurwetenschappen en scheikunde kan visueleinformatie heel belangrijk zijn. Grafieken en tabellen, tekeningen en kaarten spreken leerlingen met NLD weinig of niet aan. Hun uitgesproken verbale aanleg zorgt er voor dat zij voldoende kennis kunnen reproduceren en zelden onvoldoende halen. De vaardigheden die nodig zijn om visuele informatie te interpreteren (grafiek lezen, informatie terugvinden, een atlas en kaart gebruiken) verwerven zij onvoldoende. Dit gebrek aan vaardigheden valt niet

altijd op, maar geeft onverklaarbare tekorten op examens.

 

Tips.

  • Bespreek visuele informatie samen, stel vragen en vergroot de vaardigheden van de leerling. Leer een atlas en kaart gebruiken, varieer de kaarten voldoende.
  • Leer tekeningen overnemen. 
  • Vervang visuele schema’s door schema’s met meer woorden en zinnen.

 

Meetkunde en metend rekenen doen frequent beroep op visueel-ruimtelijke vaardigheden. De integratie van coördinatie en ruimtelijk inzicht bij het meetkundig tekenen stelt bijna onoverkomelijke problemen. Deze leerlingen kunnen geen rechte lijn trekken, zij kunnen hoeken en lijnen niet nauwkeurig meten, de passer is een ding dat naar alle kanten uitschiet, maar niet toelaat een cirkel te tekenen. Het inzicht in driedimensionale lichamen en figuren is heel zwak. Kinderen met NLD kunnen complexe figuren niet correct overtekenen. Zij zien het geheel niet en concentreren zich op de details.

 

Tips.

  • Oefen programma’s voor kinderen met visueel-ruimtelijke tekorten. Bijvoorbeeld deze van Kaat Timmerman.
  • Gebruik voldoende woorden om wat je ziet in woorden om te zetten.
  • Leer het meetkundig materiaal gebruiken, ga op zoek naar handig materiaal dat niet rolt of schuift. 
  • Oefen eerst op een omgekeerde muismat (schuift minder) 

 

Oriëntatie in tijd en ruimte kan voor heel wat problemen zorgen. Kinderen met NLDkunnen afstanden in tijd en ruimte moeilijk inschatten. Dit kan problemen geven in het verkeer. Zij reageren vertraagd op plotse en op gewijzigde situaties. Een verandering van school, op kamp gaan, bij een vriend gaan spelen of logeren bij familie kan veel angst en verwarring veroorzaken. Omdat zij zich een onbekende situatie niet kunnen voorstellen, reageren zij angstig en met veel weerstand voor het onbekende.

 

Tips.

  • Breng het kind al vroeg in contact met nieuwe situaties.
  • Oefen een nieuwe weg samen uit, verwoord wat je ziet.
  • Teken een nieuwe omgeving uit of maak na met speelgoedmateriaal.
  • Teken de tijd op een visuele manier, gebruik een overzichtskalender (je ziet dan de helemaand).

En … Leg de nadruk op de positieve kanten van het kind. Begrijp de angst en de weerstand vanuit hun probleem. Blijf geduldig maar toch voldoende duidelijk reageren. Help het kind vooral op het sociale vlak: vrienden maken en erbij horen vergroot hun motivatie om zich in te leven en zich soepeler in te stellen.